In september of december verschijnt mijn verhaal 'Knabbelen aan Gods vinger' in het literaire tijdschrift De Gids.
Een voorproefje:

Knabbelen aan Gods vinger
David Veldman
1.
Het is algemeen bekend dat voor God de tijd anders verloopt dan voor ons stervelingen. Voor God immers, gebeurt alles tegelijkertijd. Dus terwijl Marco van Basten in een kolkend Olympiastadion in München een mislukte voorzet omtovert tot een onmogelijk doelpunt, trouwt het beeldschone fotomodel Evelyn Nesbitt in Pittsburgh met de man die haar verkrachtte, wordt Adolf van Nassau bij Göllheim afgeslacht met een klootdolk, hoort zuster Bertken in haar kluis in de Utrechtse Buurkerk het requiem voor de doden, overhandigt Julius Civilis ergens in de Betuwe zijn zwaard aan Quintus Petillius Cerialis, leggen zowel Anselmus (in Bec), als C.S. Lewis (in Cambridge) dit alles nog eens geduldig uit aan hun studenten, en zo gaat het maar door, ad infinitum, zonder dat er ook maar één seconde verglijdt.
Dit verklaart waarom wij stervelingen, ondanks dat God precies weet wat wij morgen, overmorgen en volgend jaar zullen uitspoken, toch beschikken over een vrije wil. De vrije wil immers, is onderdeel van onze lineaire tijd, terwijl Gods alwetendheid zich beweegt op dat andere niveau, dat van de gelijktijdigheid.
Het verklaart ook hoe het in godsnaam mogelijk is dat God, terwijl ze aan het begin der tijden zit te zwoegen op het verhaal van de tweeling Jakob en Esau, een twintigste eeuwse paperback tussen haar papieren vindt, namelijk het essay Aanvallend spel, waarin Thomas Rosenboom zijn theorie van het strevende personage uiteenzet.
Het hele verhaal lees je binnenkort in De Gids.